Op zoek naar God; de ontmoeting
Zo’n drie weken geleden kwam de vraag van het magazine Visie: “Ruben, kun je een fotoserie maken voor ons thema nummer “op zoek naar God”. Platen van plekken waar je God kunt vinden, bijvoorbeeld stilte plekken, ergens in de drukke stad…”
Wat een opdracht. Alsof ik God zomaar kan vinden, dit kan afdwingen. En dan is er ook nog de deadline, ik krijg een week. Er gaat van alles door mijn hoofd: God waar bent U, toch overal, zal ik U herkennen en wat als het niet gebeurd… Ik besluit op zoek te gaan en waar ik ook kom, mijn camera gaat mee.
De Tuin van geloven; geordend, esthetisch en aangenaam?
Voor de Nieuwe Koers portreteer ik Edgar, een vermogend zakenman die na een ontmoeting met God alles weggaf. Na afloop vraagt hij naar mijn volgende bestemming. Iets wat onzeker antwoord ik nog even op zoek te gaan naar God. Uiteindelijk ben ik nu toch in Den Haag, mompel ik er achteraan, alsof dit iets zinnigs toevoegt aan mijn zoektocht.
Ongevraagd meldt hij dat er verderop een klooster staat met een prachtige tuin. Hier zitten al meer dan 150 jaar de ‘Broeders van Maastricht’. Als je aanbelt is de kans groot dat een monnik je het klooster laat zien. Even later sta ik oog in oog met een dame op leeftijd, helaas geen monnik, misschien de gastvrouw. Ik vraag naar de kloostertuin, ook hier meld ik naïef op zoek te zijn naar God. Dit laatste negeert ze totaal. Vriendelijk maar kordaat wijst ze me de weg en trekt de deur achter zich dicht.
Bij de stadstuin, omringd door een muur staat een bordje “Tuin van geloven”, vol verwachting loop ik naar binnen. Overal beelden en kunstwerken met symboliek, een oproep tot bezinning en meditatie. In eerste instantie ziet het er netjes en overzichtelijk uit; een zitje op het gazon, hier en daar een boom en verderop is het wat dichter begroeid.
Langzaam loop ik al fotograferend door de tuin. Ik probeer alles geordend en zo esthetisch mogelijk in beeld te brengen. Uiteindelijk moeten het aangename plaatjes worden, het liefst met iets dat verwijst naar God.
Ongestructureerde chaos…
Eenmaal dieper in de tuin, het dicht begroeide deel, merk ik dat dit laatste, “het maken van aangename plaatjes”, steeds moeilijker wordt. Alle orde is hier verdwenen, het wordt steeds chaotischer. Er groeit onkruid, overal liggen gebroken potten, doorgeknipte kabels, slangen, ladders en andere onopgeruimde zaken, waarvan een aantal afgedekt, verstopt onder een stuk zeil.
Ik probeer er nog iets van te maken, de camera gaat al zoekend voor mij uit. Gefrustreerd fluister ik tegen mezelf dat ik hier God niet zal vinden. Dan… geheel onverwachts ontmoet ik Hem.
Langzaam dringt het tot mij door, herken Zijn stem. Zachtjes, liefdevol en zonder dwang, eigenlijk zoals altijd. Hij roept mij bij mijn naam “Ruben, deze tuin, deze chaos dat ben jij, dit is jou leven”. God laat mij recht in mijn hart kijken en confronteert mij met mijzelf.
Enigszins verward beland ik op het bankje, moet dit verwerken, dit doet pijn. Mijn camera mag stoppen met “geordend, esthetisch en aangenaam”. Laat maar zien die ongestructureerde chaos, de binnenkant: verwaarloosde vriendschappen; onafgemaakte zaken; pogingen die op niets uit liepen; onuitgesproken verwachtingen; gebroken beloftes; mijn bureau; tekortkomingen, zaken die ik verstop, verdoezel en uiteindelijk mijn gebrek aan intimiteit met God…
De werkplaats
Dan valt mijn oog op het schuurtje, rechts achter in de tuin. De deur staat wijd open, nieuwsgierig ga ik naar binnen. Het is een kleine werkplaats, er hangt gereedschap, instrumenten voor de tuin. Een snoeischaar, een onkruidhak, een krabber en een hark. Geordend hangt het aan de muur, dit alles met uitzicht op de chaos, zichtbaar door het raam.
Ik laat het op mij inwerken en breng het zorgvuldig in beeld. Dan komt het besef… dit gereedschap, deze werktuigen staan symbool voor God’s betrokkenheid in mijn leven. Met deze middelen, aangereikt door God, kan ik schoonschip maken, leugens ontmaskeren, vergeving vragen en opnieuw beginnen. Dit doet pijn, vraagt een prijs, maar zal zeker vrucht voortbrengen. God zegt: “Geef die chaos maar aan mij, je bent voor Mij te kostbaar, te waardevol om het er bij te laten zitten”.
Dit gaat diep, dieper dan de symbolen elders in deze tuin. Geraakt door Zijn liefde, verlang ik naar God, wil met Hem praten, zitten op het bankje in mijn tuin. En, ik weet Hij is daar, altijd en wacht, geduldig, tot ik kom. Dat is God, Zijn liefde voor mij.